Voorgeproefd - De Dag Des Oordeels

door
Rufus
Leestijd 3 min.

Nadat Lynley het tweede autopsierapport aan Barbara Havers had gegeven, had hij gedacht dat de zaak voor hen nu snel opgelost zou zijn. Het was Barbara's taak om de informatie uit het rapport aan Rory Statham over te brengen, terwijl hij een kopie ervan aan de politie in Cambridge overhandigde, want Clare Abbotts dood bleek nu zelfdoding of moord. Een meer diepgaand toxicologieonderzoek had de doodsoorzaak dan wel boven tafel gebracht, maar niet het middel waarmee er een giftige stof in haar lichaam terecht was gekomen.

‘Natriumazide,' had hij tegen Barbara gezegd toen hij haar het autopsierapport gaf.

Ze had het van hem in ontvangst genomen en gevraagd, uiteraard, wat natriumazide dan was. Hij had het aanvankelijk ook niet geweten maar had daarvoor zijn oude vriend Simon St. James gebeld om het hem te vragen.

‘Laboratoria gebruiken het als conserveringsmiddel om de bacteriegroei in reagens af te remmen,' had de forensisch wetenschapper hem verteld. ‘Het is een dodelijk gif. Is de vrouw uit Cambridge daardoor om het leven gekomen, Tommy?'

Lynley zei tegen Havers: ‘Als iemand het binnenkrijgt, werkt het kennelijk net zoals cyaankali, alleen niet zo snel.'

‘Dus Rory Statham had de spijker op de kop geslagen?'

‘Wel als het om een onnatuurlijke doodsoorzaak gaat. Maar het valt nog te bezien of het moord is.'

Hij had Havers erop gewezen dat Clare Abbott misschien zelfmoord had gepleegd. Barbara had hem uitgelachen. De vrouw stond aan de top van haar carrière, zei ze. Hij had ertegen ingebracht dat er wel degelijk gevallen bekend waren van beroemde figuren die zich het leven hadden benomen, waarop zij weer had tegengeworpen dat er geen sprake van kon zijn dat deze beroemde figuur de hand aan zichzelf had geslagen, niet nu haar nieuwe boek als warme broodjes over de toonbank ging. Op Lynleys opmerking dat ze de vrouw eigenlijk niet echt kenden, had Havers gezegd: ‘We weten wel iets van de menselijke natuur, sir. En laat ik u dit vertellen: dat Clare Abbott zelfmoord heeft gepleegd is net zo waarschijnlijk als dat ik geen Pop-Tarts als ontbijt neem.'

Ik begrijp wat je bedoelt, had hij gezegd. Maar zelfmoord of moord, het was niet hun taak om de dood van Clare Abbott te onderzoeken. Die kwam op het bordje van hoofdinspecteur Daniel Sheehan. Hun taak beperkte zich tot het doorgeven van informatie. Althans, zo had het moeten gaan.

Toen zijn telefoon ging, hoopte Lynley dat het Daidre Trahair was. Hij had haar in geen dagen gezien en hij miste haar beduidend meer dan hij wilde toegeven. Maar het bleek Havers te zijn, hoewel dat in eerste instantie niet erg duidelijk was, want zo te horen stond er een hond pal in het mobieltje van de brigadier te blaffen.

‘Ze is vergiftigd, sir,' zei Havers, en ze ging geërgerd harder praten.

‘Ik zweer dat ze vergiftigd is. Iemand heeft haar te grazen genomen. Toen ik haar vond lag ze op de vloer en ze heeft overal overgegeven en ik denk dat ze in coma ligt en...'

‘Rory Statham?'

‘Wie anders, verdomme?'

‘Leeft ze nog?'

‘Ze ademt nog, maar ternauwernood. Alles is ternauwernood. Ik heb het alarmnummer gebeld en ze hebben haar meegenomen naar de Spoedeisende Hulp.'

‘Waar ben jij dan? Jezus, Barbara. Welke hond staat daar zo te blaffen?'

‘Haar hond. Ik ben in haar flat. Hij is een hulphond of zo, iets als een blindengeleidehond, maar dan anders. Hij is erop getraind om bij haar te blijven en hij werd knettergek toen ze haar meenamen.'

‘Denk je dat je hem ergens kunt onderbrengen?'

‘Wacht even.' Nog meer geblaf dat steeds paniekeriger klonk. Toen stierf het weg en kwam Barbara weer aan de lijn. ‘Hij is in haar slaapkamer. Verdomd nog aan toe. Ik weet helemaal niks van honden, maar als hij kon praten, durf ik te wedden dat hij me zou kunnen vertellen wat er is gebeurd.'

‘Heb je de politie gebeld?'

‘Ik ben de politie. Wij zijn de politie.'