Blue Monday is een mythe

Bijna de helft van de werknemers zet november (42%), december (39%) en januari (38%) in de top drie van de maanden waarop ze zich het vaakst slecht of neerslachtig voelen op het werk. Het grauw en regenachtige weer en de korte dagen tijdens deze maanden zijn de grootste externe factoren die dit soort gevoelens oproepen. Het gebrek aan erkenning, te veel werk en een slechte communicatie op de werkvloer staan dan weer in de top drie van interne oorzaken die ervoor zorgen dat werknemers met lood in de schoenen naar kantoor vertrekken.

Maandagen zijn voor de helft van de Belgen de minst leuke dag van de week. Eén op de twee werknemers maakt gewag van neerslachtigheid op maandag. Op een verre tweede plaats komt dinsdag (17%) en donderdag (14%). Vrijdag is met stip de favoriete werkdag van de Belgen.

«Werken heeft naast een ontplooiend ook een verplichtend karakter. In het weekend beschikken we over een zeer grote vrijheid. Net na het weekend, op maandag, moeten we opnieuw rekening houden met een takenpakket, opdrachten of afspraken. Op dat moment neemt het verplichtend karakter van werken de bovenhand. Naarmate de week vordert ontdekken werknemers de voldoening die werken met zich meebrengt en krijgt het ontplooiend karakter weer het overwicht», verklaart Professor arbeidspsychologie Hans De Witte van de KULeuven.

De beste remedie tegen deze neerslachtigheid is een snipper- of baaldagje nemen (35%), eens goed uitslapen (34%) of de depridag gewoon laten voorbijgaan. Een kwart vindt heil in beweging door regelmatig te sporten (26%) of een wandeling tijdens de middagpauze (23%).