Douglas Tompkins, de gulle milieumiljonair

De avontuurlijk aangelegde Tompkins was in groep aan het kajakken op het Generaal Carrera-meer, toen zijn voertuig door een golf omgeslagen werd. Een helikopter voerde hem af naar het ziekenhuis in Coyhaique, zo'n 1.400 kilometer ten zuide van Santiago de Chile, waar hij overleed aan de gevolgen van onderkoeling. Volgens de Amerikaanse krant The New York raakte niemand anders gewond.

Tijdens zijn leven stond Tompkins aan de wieg de merken The North Face en Esprit, dat hij samen met zijn vrouw en Patagonia-ceo Kris Tompkins uit de grond stampte. Maar wat weinig mensen weten, is dat fortuin dat het koppel verdiende met de verkoop van hun kwalitatieve buitenkledij steevast geïnvesteerd werd in een aantal indrukwekkende milieuprojecten. «Als je ziet hoe de mens de natuur afbreekt, dan heb je de morele plicht in actie te komen», vertelde Tompkins eerder dit jaar in De Volkskrant.

Al twintig jaar reist het koppel van blokhut tot blokhut met hun eigen vliegtuigje. Via hun stichting The Conservation Land Trust kocht het milieubewuste duo grote lappen grond op in Chili en Argentinië om te beschermen en toegankelijk te maken voor toeristen. De filantropen hielden zich bezig met het herstellen van regenwouden, bergketens en stroomgebieden. Ze stelden er boswachters aan en bouwden wandelpaden en campings. Zodra dat werk erop zit, schenken ze de gebieden weg aan de overheid.

Het gigantische natuurpark Pumalin is een van hun bekendste verwezelijkingen. Enkele weken geleden nog opende Tompkins het wondermooie Patagonia Park, het vijfde grote natuurgebied in Zuid-Amerika.