Politieke kleur bepaalt rijgedrag

Zeven op tien Open Vld-kiezers vinden dat af en toe te hard rijden kan, terwijl ruim acht op tien CD&V'ers daar helemaal niet mee akkoord gaat. Dat blijkt uit een nieuwe studie aan de Vrije Universiteit Brussel, die aantoont dat onze politieke voorkeur invloed heeft op ons rijgedrag.
door
Matthias
Leestijd 2 min.

Eerder rechtse kiezers - die van Open Vld, N-VA en Vlaams Belang - liggen over het algemeen minder wakker van verkeersveiligheid dan mensen die op linkse partijen stemmen. Ze willen ook het minst weten van snufjes zoals een standaard alcoholslot in de wagen of een snelheidsbegrenzer. Kiezers van sp.a en CD&V (elk 73%) hechten het meeste belang aan verkeersveiligheid.

Overdreven snelheid

Voor snelheid is het beeld iets diverser: Open Vld-kiezers (68%) en ook N-VA-kiezers (54%) hebben minder moeite met overdreven snelheid, in bepaalde omstandigheden. Hier valt de hoge score van het linkse PvdA+ (62,5%) op. De CD&V-kiezer is dan weer het minst tolerant voor hardrijders: amper 15% zegt dat je wel eens harder mag rijden dan toegelaten.

«Kiezers opdelen in links en rechts, het is in grote mate mogelijk als het over verkeersveiligheid gaat», stelt onderzoeker Alexander D'Hondt in Het Nieuwsblad. Die vaststelling heeft volgens politicoloog Carl Devos (UGent) een logische verklaring. «Rechtsere kiezers gaan ervan uit dat ze als individu zelf wel kunnen bepalen wat kan en niet kan.»

Weinig vertrouwen

Een CD&V-kiezer zal zich volgens Devos meer aan de overheidsregels houden. «Al moet je voorzichtig zijn met dergelijke veronderstellingen», nuanceert Devos. «Want leeftijd, opleiding en geslacht kunnen ook doorslaggevend zijn.»

Opvallend is nog dat driekwart van de ondervraagden vindt dat Groen de beste garantie biedt voor het realiseren van veiliger verkeer. Ook sp.a (61%) en CD&V (56%) scoren goed. N-VA, de partij die met Ben Weyts nochtans de Vlaamse minister van Mobiliteit in de rangen heeft, geniet met 28 % maar weinig vertrouwen op het vlak van verkeersveiligheid.