Elfje Willemsen: "Soms wil ik graag een klein, smal poppemieke zijn"

De liefde voor besneeuwe bergtoppen, hoge snelheid en winterse gezelligheid deden Elfje Willemsen zo'n achttal jaar geleden kiezen voor een carrière in het bobsleeën. Als leading lady van het eerste vrouwelijke bobsleeteam uit de Belgische geschiedenis veroverde ze met een onverwachte en ongeziene snelheid de internationale podia. Nu behoort de Belgische bobsleester tot de wereldtop. Vlak voordat ze voor het nieuwe seizoen naar de eerste sneeuw vertrok, wist Metro Elfje Willemsen te strikken voor een gesprek over de angst, de verwachtingen en de opofferingen die komen kijken bij een leven als topsportster.
door
Mare
Leestijd 4 min.

Het nieuwe seizoen staat voor de deur. Kijk je ernaar uit om terug in de slee te stappen?

“Ontzettend, al is het met een bang hartje. Het is al van maart geleden dat we nog in een bobslee gezeten hebben. Dat is acht maanden. En ook al zijn we fysiek perfect in vorm, die eerste afdalingen blijven spannend en de zenuwen gieren op zo'n moment door mijn lijf. Het is een beetje te vergelijken met autorijden: ook dat is even wennen als je het al lang niet meer gedaan hebt. Het duurt een tijd voordat je gewend bent aan de reactiesnelheid van de slee en het gevoel van op het ijs. Maar die angst zorgt ervoor dat ik goed presteer.”

Wat zijn de verwachtingen dit seizoen?

"We hopen ons niveau van de voorbije jaren te kunnen behouden en verbeteren. Maar iedereen wil graag aan de top staan, dus het is niet evident om daar te geraken. Maar ik hoop dit jaar te kunnen bewijzen dat ons vorige, goede seizoen geen toeval was en dat we wel degelijk onze plaats aan de top verdienen.”

Jullie hadden dit jaar moeite om sponsors te vinden en moeten noodgedwongen iets later naar de sneeuw vertrekken. Brengt dat exra druk met zich mee?

“Ja, absoluut. Die eerste wedstrijden zullen zeker niet de beste uit onze carrière zijn. Gelukkig zijn de andere teams ook iets later beginnen te trainen. En ik ben iemand die het kunstje snel terug in de vingers heeft, dus ik probeer erop te vertrouwen dat alles goed zal gaan. Ik probeer vooral om mezelf niet te veel op te draaien. Negatieve stress is nefast voor mijn prestaties.”

“Het is wel frustrerend dat we zo'n moeite hebben om sponsors te vinden. Normale atleten moeten zich enkel bezighouden met sporten, eten en slapen. Bij ons komt er ook nog eens die onzekerheid bij kijken. Zullen we kunnen vertrekken? En zo ja, in welke omstandigheden? Dat zijn geen prettige gedachten.”

Als topsporter moet je je lichaam in topvorm houden. Wat doe je om fit te blijven?

“Uiteraard trainen we dagelijks één of twee keer, maar daarnaast ga ik ook veel naar de kinesist, laat ik me regelmatig masseren en breng ik maandelijks een bezoekje aan de osteopaat. Ik volg mijn lichaam op de voet op. In de winter trainen we veel met de slee, maar in de zomer komt er veel krachttraining bij kijken. Dat is nodig om die slee van 180 kilo in gang te duwen. Verder ben ik als topsporter ook gedwongen om op mijn voeding te letten. Ik mag niet zomaar elke dag een afhaalpizza naar binnen spelen. En eerlijk gezegd is dat maar goed ook: als ik gezond eet, gaat alles gewoon veel beter. Ik heb zoveel meer energie, dat werkt motiverend. Tot slot is er ook niets mis met af en toe een keertje toegeven aan je drang naar suiker. Een perfect dieet is voor niemand vol te houden.”

Deze zomer raakte bekend je zo'n tien kilo moet kwijtspelen. Ben je veel bezig met je gewicht?

"In de zomer ben ik er een pak minder mee bezig dan in de winter. Dan is het voor mij onmogelijk om mijn competitiegewicht vol te houden, dus dan sta ik mezelf toe om enkele kilo's bij te komen. Op die manier wordt mijn zomer iets relaxter en moet ik niet op elke gram letten.”

Ben je tevreden over je eigen lichaam?

“Soms zou ik echt graag een klein, smal poppemieke zijn. Maar ik ben groot en breed gebouwd, dus dat is geen realistisch ideaal. Een sportieve lichaamsbouw raakt wel terug meer en meer in de mode, en daar ben ik heel blij mee. Sporten helpt me sowieso om mijn zelfvertrouwen op peil te houden. Hoe meer ik beweeg, hoe beter ik me voel.”

Beroepshalve breng je veel tijd door in de sneeuw. Ben je een echt wintermens?

“Ik houd onzettend van de koude buiten en de gezelligheid van de warmte binnen. Zeker rond de kerstperiode, wanneer iedereen z'n best doet om het thuis zo gezellig mogelijk te maken. Wat ik jammer vind, is dat iedereen zo passief wordt in de winter. Iedereen lijkt zich dan terug te trekken in zijn eigen holletje. Dat vind ik echt doodzonde.”

Bobsleeën betekent een seizoen lang met vijf vrouwen samenleven en samen werken. Kibbelen jullie onderling veel?

“Nee, nauwelijks. Ik ben intussen al acht jaar bezig en heb heel wat teamgenootjes versleten. Over het algemeen gaat dat altijd prima, omdat iedereen bezig is met hetzelfde doel. We willen allemaal de top bereiken en zijn bereid daar hard voor te werken. Er zijn weinig ruzies en spanningen. We wonen ook drie maanden per jaar samen, dus dan moet je zorgen dat het blijft werken. Het voordeel van zo'n team is dat je eventuele teleurstellingen na een wedstrijd samen kan relativeren.”

Je bent net dertig geworden. Denk je al na over een carrière na de topsport?

“Mijn teamgenootjes worden elk jaar jonger, en ik word enkel ouder. Dus voor mij is het inderdaad wel tijd om verder te kijken dan de bobslee. Momenteel ben ik bezig met carrièrebegeleiding om uit te zoeken wat ik precies wil aanvangen met mijn leven. Ik ben sowieso veel bezig met voeding en gezondheid, dus wie weet word ik wel gezondheidscoach. Maar de winterspelen in 2018 zijn sowieso het eerste volgende doel.”

Mare Hotterbeekx