Road to New York - Meet Mare

door
marketing
Leestijd 3 min.

"Onze vrienden verklaren ons goed gek"

De marathon in New York begon in 1970 als een kleinschalige loopwedstrijd met slechts 55 deelnemers, maar is intussen uitgegroeid tot één van de grootste en populairste marathons ter wereld. Samen met 50.530 andere sportievelingen is Metro dit jaar van de partij. De komende vijf weken zullen we niet alleen tips en tricks, maar ook hoogte- en dieptepunten delen in een reportagereeks. Deze week spreken we open en bloot over onze startconditie, onze doelstellingen en de mogelijke struikelblokken.

Motivatie

Al mijn hele leven bevind ik me op het comfortabele schap der middelmatigheid. Ik heb weliswaar een sportief verleden, maar ik heb nooit hard, intensief of professioneel genoeg gesport om echt indrukwekkende prestaties neer te zetten. De marathon in New York is voor mij de uitgelezen kans om daar na 24 jaar eindelijk verandering in te brengen.

Startconditie

In het kader van een reeks goede voornemens trok ik in januari voor het eerst in lange tijd de loopschoenen terug aan. Mijn vrolijk uitdijende lichaam, een zittende job en vele nutteloze avonden bankhangen zorgden ervoor dat mijn aantal minuten lichaamsbeweging verdacht dicht in de buurt kwam met die van mijn verslapte kamerplant die ik een keer per week naar de andere kant van de living verplaats. Tot mijn grote verbazing slaagde ik er eind mei in om 20 kilometer te lopen, dus waarom die afstand tegen 1 november niet even verdubbelen?

Het ultieme doel

Zodra het voorstel op de redactie gelanceerd werd, heb ik ogenblikkelijk een kleine haalbaarheidstudie gedaan. Goed nieuws: het was haalbaar. Meer zelfs, met mijn toenmalige conditie zou ik de marathon op een dikke vier uur moeten kunnen afronden. Euforie!

Het marathon-verhaal verdween echter enkele weken naar de achtergrond, en hetzelfde gebeurde met mijn looptrainingen. Weken vlogen voorbij terwijl mijn loopschoenen genoten van een welverdiende vakantie in de kast. Bij het schrijven van dit artikel heb ik mijn enthousiaste eerste verwachtingen dan ook lichtjes bijgesteld.

De marathon uitlopen binnen een acceptabele tijd van 4 uur en 30 minuten lijkt me al een hele prestatie. Op die manier heb ik misschien nog wat energie over om onderweg van het uitzicht te genieten.

Opofferingen

Een kleine zes weken voor vertrek begint het me stilaan te dagen dat ik her en der wat meer offers zal moeten brengen om de eindmeet te halen.

Het eerste offer? Mijn sociale leven. Ik moet minstens drie, idealiter vier, keer per week lopen en mag absoluut geen trainingen meer overslaan. Ik prent mezelf in dat ik vaker ‘nee' zal moeten zeggen op last minute-uitnodigingen en dat ik mijn fear of missing out tijdelijk aan de kant moet schuiven.

Offer nummer twee? Suikers. Ik ben dol op zowat alles dat suiker bevat: in de eerste plaats fruit (maar dat is toegestaan), maar ook cola, winegums, gebakjes, etc. Omdat mijn leven niet altijd even gestructureerd verloopt, eindig ik bovendien vaker dan gepland op restaurant. Of erger: in de frituur. De komende zes weken zal ik desalniettemin proberen om de sneller suikers zoveel mogelijk uit mijn dieet te schrappen.

Offer nummer drie? Alcohol. Ik ben een gezelligheidsdier en wederom vaker dan gepland kom ik mezelf op café tegen met een glas witte wijn in de hand. De komende weken zal ik dus vooral véél water bij de wijn moeten doen.

Reacties uit mijn omgeving

Mare, ge zijt goed gek”, zo vatte mijn moeder deze missie kort maar gevat samen. Toen ik vorige week aan mijn eerste training van 25 kilometer begon, kon ik niet anders dan haar gelijk geven. 42 kilometer is belachelijk ver. Maar het zal me verdorie lukken.