Is het probleem knelpuntberoepen op te lossen?

door
Hans
Leestijd 5 min.

Er zijn wel degelijk oplossingen voor de vele knelpuntberoepen. Dat blijkt uit het HR-debat met Electrabel, ENGIE Groep (nieuwe naam van GDF SUEZ), Telenet en HR Rail van de Belgische Spoorwegen. Werk bijvoorbeeld meer aan soft skills, leg een link tussen school en bedrijfsleven en zoek geen schaap met 5 poten.

Oplossingen voor de knelpuntberoepen? De politiek en bedrijfswereld zijn er al lang naar op zoek. Drie experts geven hun ideeën aan de debat-tafel bij Metro: Christian Smets, expert corporate recruitment bij HR Rail, Margot Vonckx, senior recruitment officer bij Telenet en Rudy Goossens, head of staffing energy Europe bij Electrabel, ENGIE Groep.

Werk meer op soft skills

Naast technische bagage die in het artikel van gisteren aan bod kwam, moeten kandidaten op soft skill-vlak scoren. Ze moeten kunnen samenwerken met collega's, en vriendelijk en behulpzaam zijn naar klanten.

“Het belang van soft skills stijgt al een aantal jaren”, zegt Margot Vonckx van Telenet. “Ook binnen technische jobs. Daarin moet je kunnen samenwerken met andere afdelingen. Verkopers moeten dan weer speciale sales skills hebben om klanten te informeren en te helpen kopen. Dit in een omgeving waarin technologie razendsnel en constant evolueert. Onze mensen moeten mee zijn met de nieuwste technologie.”

Ook bij treinbegeleiders zijn soft skills cruciaal, zoals bijvoorbeeld communicatieve vaardigheden, klantgerichtheid en veiligheidsbewustzijn.

Zoek geen schaap met 5 poten

Veel jobzoekers hebben het moeilijk met de vele vereisten van werkgevers. “Ze zoeken het schaap met 5 poten, en ik ben maar gewoon een mens”, treuren ze. Goed om weten is dat deze vereisten niet te strikt zijn. Bedrijven vragen alles, en wegen vervolgens de verschillende positieve kenmerken van de kandidaat af. “Het lijkt inderdaad dat we het schaap met 5 poten zoeken”, erkent Margot Vonckx. “Daarentegen werven we wel degelijk een schaap met 4 poten aan. We zoeken naar gedreven kandidaten die bereid zijn te leren. Als we voelen dat we zo iemand voor ons hebben, hoeft die niet aan alle vereisten te voldoen.”

“Er is inderdaad een verschil tussen wat we zoeken en aanwerven, zonder afbreuk te doen aan nieuwe medewerkers”, zegt Rudy Goossens van Electrabel. “We houden van mensen met zin voor initiatief, leervermogen, mentale flexibiliteit en die hun concrete taken kunnen uitvoeren.”

Leg een link met scholen

Scholen zijn steeds meer vragende partij voor het delen van kennis en ervaringen vanuit het bedrijfsleven, weet het panel. Zo schrijven bedrijven mee aan cursussen en geven ze gastcollege's. Ook het vroegere leercontract duikt in verschillende vormen op. Hogescholen lopen voorop in deze samenwerking. Ook zij willen meer technische studenten.

Zo organiseert Electrabel het Work&Study-project waarin 18-jarigen een vier vijfde contract krijgen, met 3 dagen werken, 2 dagen school. “Ze moeten dus zelf maar 1 dag investeren”, zegt Rudy Goossens. “Wij doen de vier andere dagen. Er zitten nu 4 studenten in dit project, 12 nieuwe volgen.”

Ook de Belgische Spoorwegen hebben deeltijds leren en werken ingevoerd, nu via een pilootproject met een tiental leerlingen. Twee dagen opleiding, drie dagen werken, en verloond aan het minimum barema. Christian Smets: “Het zijn zeer gemotiveerde jongeren waarvan we de meerderheid overwegen aan te nemen. Ze doen de jobs van de vroegere vakman, zoals schilderen, lassen en bankwerk. Na maximum 2 jaar zitten ze op een goed niveau. Hierin investeren, vinden we belangrijk.”

Werf consultants aan

“Heel veel technische profielen komen bij ons als consultant”, zegt Margot Vonckx. “Ze kennen hun marktwaarde, en exploiteren deze via een consultancybureau. Zij zijn moeilijk te overtuigen om op de pay roll te komen. Toch zien we bij een aantal consultants na een paar maanden een omslag. Vaak na een half jaar, als ze merken dat ze aansluiting vinden bij de sfeer en bedrijfscultuur van Telenet. Zeker wanneer ze dit kunnen vergelijken omdat ze al in heel wat andere bedrijven gewerkt hebben. Ook werkzekerheid en ‘sense of belonging' is hierin vaak doorslaggevend.”

Voer het Franse alternance-systeem in

Rudy Goossens voelt wel veel voor het Franse ‘formation en alternance'-systeem. “Gedurende 1 jaar doen studenten een echte job. Ze worden beschouwd als medewerker en leren alles op het terrein wat ze niet op de schoolbanken leerden. Jammer dat dit in België niet deel uitmaakt van het curriculum. Bij ons moeten gediplomeerden op zoek naar een job. In Frankrijk kunnen ze hun contract tekenen eens afgestudeerd met de stage als ervaring.”

De drie panelleden verwijzen naar de vroegere leercontracten. “De huidige STEM-klassen komen maar deels tegemoet aan de noden”, zegt Rudy Goossens over deze klassen waar jongeren al vanaf het eerste jaar een technische, wetenschappelijke en praktische opleiding krijgen. Dit wordt gekoppeld aan bezoeken bij organisaties en instellingen waar de theorie toegepast wordt in de praktijk. “Electrabel organiseert bezoeken voor allerlei doelgroepen, waaronder uiteraard scholen. Dit is een aangepast kanaal om onze activiteiten aan jongeren te laten kennen en een menselijk gezicht aan de onderneming te geven. Helaas is het niet voor alle scholen mogelijk om voor vervoer te zorgen voor dit soort educatieve uitstappen.”

Hier hebben de Belgische Spoorwegen een voordeel. “Wij kunnen gratis treinen voorzien voor klassen uit technische scholen die werkplaatsen komen bezoeken”, zegt Christian Smets. “Dat lukt ons nu eenmaal gemakkelijker dan een ander bedrijf, maar we zien dit ook als een investering. We hopen interesse voor onze jobs te wekken bij deze technisch geschoolde jongeren als ze onze ateliers met eigen ogen zien.”

Spreek jongeren vroeg aan

“Verder mikken de Spoorwegen al op jonge kinderen, 10-12-jarigen, onder meer door verschillende initiatieven rond techniek te ondersteunen: het Beroepenhuis, de Vlaamse Olympiade, de eigen BERT-competitie waarin scholieren een oplossing zoeken voor een veiligheidsprobleem,... Dit loont op lange termijn.”

In deze aanpak komt het vaak Electrabel tegen dat gelijkaardige initiatieven zoals de campagne ‘Toch wel technisch', Vlajo, het Soda-initiatief dat stipheid, orde, discipline en attitude wil belonen met een attest, en de Vlaamse Olympiade sponsort. “Als we met z'n allen meer moeite doen om meer jongeren in technisch onderwijs te krijgen, dan hebben we meer kans om later geschikte profielen te kunnen aanwerven.”

Telenet heeft hetzelfde idee, en sponsort onder meer het CoderDojo-project waarin jongeren tussen en 18 jaar aan de slag gaan met websites, games, apps en software.

Stimuleer passie van jongeren

Tegelijkertijd kan dit stimuleren van de technische passie van jongeren alvast een tip zijn voor veel ouders die hun kinderen weghouden van technische richtingen.

“Ik raad mijn dochter vooral aan haar passie te volgen”, zegt Margot Vonckx. “Ik spreek teveel kandidaten die hun studie kregen opgelegd van thuis uit. Na een paar jaar veranderen ze dan naar wat ze eigenlijk al lang wilden doen.”

Rudy Goossens beaamt dit. “Ik dwing mijn zoon of dochter niet. Het soort diploma is ook niet altijd van belang. Zo kan je het diploma zien als een ticket voor de cinema. Je geraakt er mee binnen, maar dan heb je nog steeds zelf in de hand welke film je gaat zien.”