1 op 20 mentaal gezonde mensen hallucineert soms zonder drugs

door
Joris
Leestijd 2 min.

Volgens een studie uitgevoerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties, heeft 20 procent van de bevolking al minstens een keer een hallucinatie gehad die niet gerelateerd was aan drugs, alcohol of een droom. De studie gebeurde in het kader van een overzicht dat de organisatie wilde maken van de mentale gezondheid van de wereldbevolking.

Informatie van meer dan 31.000 mensen in 18 landen werd verzameld. Aan de participanten werd gevraagd of ze ooit al eens stemmen hadden gehoord, dingen hadden gezien die niet bestaan of een waanbeeld (een fantasie die wordt aanzien als werkelijkheid) hadden gehad. Mensen met een psychische aandoening, zoals schizofrenie of een manische depressie, werden niet opgenomen in het experiment.

"We dachten altijd dat enkel mensen met psychoses stemmen hoorden of waanbeelden hadden, maar nu weten we dat ook gezonde, goed functionerende mensen zo'n ervaringen kunnen hebben", vertelt een Australische professor en leider van het experiment John McGrath.

Voor de meeste deelnemers gebeurden die ervaringen op onregelmatige basis. Sommigen ervaarden een hallucinatie of waanbeeld slechts een keer, bij anderen kwam het wel twee tot vijf keer voor. "Mensen moeten weten dat er niks verkeerd is met hen wanneer het een of twee keer voorkomt. Maar als het regelmatig gebeurt, dan raden we aan om hulp te zoeken", legt McGrath uit.

Volgens een overheidsinstelling van de Verenigde Staten, de National Insitutes of Health (NIH), kunnen hallucinaties opduiken wanneer een geliefde sterft. Sommige mensen horen dan de stem van de overledene of denken dat ze de persoon net gezien hebben. Dit is dan een deel van het rouwproces.

Andere verklaringen voor het hoge voorkomen van die wanen, kunnen zijn dat veel mensen niet eens weten dat ze een psychische aandoening hebben of dat ze toch drugs namen en het niet durven toegeven of de waanbeelden niet daaraan toeschrijven.

Toch blijft het een bizar gegeven dat het bij sommigen langer duurt en meer voorkomt dan bij andere. "We kunnen deze bevindingen gebruiken voor het ontrafelen van de mechanismen die spelen bij hallucinaties. We kunnen dan controleren of die mechanismen dezelfde werking hebben bij beide groepen", klinkt het.