Serviërs kiezen een nieuwe president
In Servië zijn zondag de presidentsverkiezingen van start gegaan. Premier Aleksandar Vucic van de conservatieve formatie SNS, de Progressieve Partij, geldt als de grote favoriet. Hij wil graag de positie van regeringsleider wisselen voor die van staatshoofd. Volgens de peilingen zou geen tweede ronde nodig zijn omdat de steeds machtiger wordende Vucic een absolute meerderheid zou halen. Vucic heeft immers mijlen voorsprong op zijn belagers, wat deels te danken is aan de Servische realiteit van een volkomen versplinterde oppositie. Terwijl Vucic een score van boven de 50 procent wordt toegedicht, eindigt zijn dichtste achtervolger, gewezen ombudsman Sasa Jankovic, op 15 procent. Voorts volgen, steeds volgens de peilingen, voormalig minister van Buitenlandse Zaken en ex-voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN Vuk Jeremic (8.6%), komiek en anti-kandidaat Luka Maksimovic en acht andere gegadigden. Onder hen ook Vucic' politieke vader Vojislav Seselj, de leider van de ultranationalistische Radicale Partij. Vucic was jarenlang lid van de Radicale Partij, maar scheurde zich zowat tien jaar geleden mee af om zich bij de toen nieuwe SNS te voegen, die wel pro-Europees is.
De versplinterde oppositie voelt ook de druk van de steeds machtiger wordende Vucic. Hij controleert de media en zowat alle machtsposities. Waarom hij het premierschap wil opgeven voor een ambt dat formeel geldt als ceremonieel en dus minder invloedrijk, heeft hij nooit gezegd. Maar het is duidelijk dat hij informeel de touwtjes in handen wil blijven houden via zijn Progressieve Partij SNS, de dominantie formatie in Belgrado. Opvallend is dat hij pas zeven maanden geleden een tweede ambtstermijn als premier aangesneden had.
Vucic hield zijn positie als partijbaas intact door zich te ontdoen van stichter van de SNS en huidig president Tomislav Nikolic. Dat gebeurde op een voor Nikolic vernederende wijze: Vucic verzekerde zich van de steun van Nikolic' zoon Radomir. Nikolic besliste uiteindelijk om geen tweede ambtstermijn van vijf jaar na te streven.
De verkiezing zondag zal met de nodige interesse gevolgd worden in Brussel en Moskou. Het orthodoxe Servië is namelijk een traditionele bondgenoot van Rusland, maar het land wil anderzijds wel tot de EU toetreden.
Moest het toch tot een tweede ronde komen, dan zou die op 16 april plaatsvinden.
bron: Belga