Iets meer sporters lopen tegen de lamp bij dopingcontroles

door
Belga
Leestijd 1 min.

Binnen wedstrijdverband werden vorig jaar bij 3,8 procent van de tests dopingpraktijken vastgesteld, een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar (3,2 procent). Dat blijkt vandaag uit cijfers van NADO Vlaanderen, de instelling die in Vlaanderen de dopingcontroles uitvoert. Bodybuilders blijven de grootste zondaars: van de 36 geteste sporters werden er 11 betrapt (30,6 procent). In 2016 werden in totaal 1.874 dopingtests uitgevoerd, waarvan 1.126 binnen en 724 buiten wedstrijdverband en 24 in fitnesscentra. Buiten wedstrijdverband werden slechts drie dopingpraktijken vastgesteld, terwijl bij de controles in fitnesscentra bij ruim een op de vijf (20,8 procent) gevallen dopingpraktijken werden opgetekend. Daarnaast voerde NADO ook 826 bloedafnames uit om het biologisch paspoort vast te leggen.

Binnen wedstrijdverband werd een derde van de controles uitgevoerd bij elitesporters en twee derde bij breedtesporters. Er waren vooral afwijkende resultaten voor anabolica en testosteron, die spierversterkend werken en het recuperatievermogen verbeteren (70 procent), stimulantia, vooral amfetamines die helpen om de pijngrens te verleggen en alerter te reageren (33 procent) en diuretica, die vochtafdrijvend werken en voornamelijk in sporten met gewichtscategorieën worden gebruikt (24 procent).

De sporten waarbij de meeste beoefenaars tegen de lamp liepen, zijn bodybuilding (30,6 procent van de geteste sporters), gymnastiek (16,7 procent), paardenrensport (11,1 procent), boksen en zaalvoetbal (beide 10 procent).

bron: Belga