Onderzoekscommissie aanslagen - Geens ziet "systeemfouten" maar wil niemand met de vinger wijzen
Justitieminister Koen Geens (CD&V) wil ook negen maanden na de aanslagen in Brussel niemand bij de veiligheidsdiensten persoonlijk met de vinger wijzen. Waar zijn N-VA-collega Jan Jambon forse kritiek had op de verbindingsofficier van de politie in Turkije, ziet Geens vooral "systeemfouten". De kwestie is de jongste dagen weer brandend actueel. Daags na de aanslagen van 22 maart wilde Jambon ontslag nemen. Er had immers een en ander beter gekund met de doorstroming van informatie over de arrestatie aan de Syrische grens van Ibrahim El Bakraoui, één van de terroristen die zich een klein jaar later zou opblazen in Brussels Airport.
"Hier heeft geen dienst, geen directie, geen politieapparaat, maar wel één persoon uit het politieapparaat geblunderd", had Jambon als uitleg gegeven bij dat aangeboden ontslag. Na tekst en uitleg van de verbindingsofficier achter gesloten deuren besloot de oppositie dat de man niets te verwijten valt, maar N-VA blijft hem een gebrek aan proactiviteit verwijten.
Geens wil echter niemand aan het kruis nagelen. "Ik heb moeite om iemand met de vinger te wijzen in dit verhaal", zei de minister. In de onderzoekscommissie vroeg hij maandag begrip voor de moeilijkheden op dat moment bij de DJSOC Terro - de centrale dienst bij de federale gerechtelijke politie die al meermaals onder vuur lag en die te weinig deed met de info uit Turkije.
De dienst zat toen net in een grote hervorming en was tijdelijk onderbemand, terwijl het aantal meldingen in terreurzaken verveelvoudigde, zo riep Geens verzachtende omstandigheden in. "Tezelfdertijd deed, denk ik, de strafuitvoeringsketen ongeveer wat van hem kan worden verwacht."
Volgens Geens was het immers zelfs met een ultraperformant informaticasysteem wellicht niet mogelijk geweest om op 29 juni de juiste alarmbellen te laten afgaan. Net op die dag kwam El Bakraoui immers niet opdagen op zijn afspraak bij de justitieassistent en liep bij de onderbemande DJSOC de info over zijn arrestatie in Turkije binnen. Info die bovendien "schijnbaar niet perfect vertaald" was (het woord terrorisme was weggevallen, nvdr). Rekening houdend met wat elk van hen op dat moment had kunnen weten, valt hen volgens Geens dus niet meteen een fout te verwijten.
N-VA ging nog kort in tegen dat betoog, met name door te stellen dat El Bakraoui al voor 29 juni een afspraak gemist had met zijn justitieassistent. "U zal in mij altijd een medestander vinden als het gaat om het feit dat het systeem te log is. Maar volgens mijn bronnen heeft zijn laatste bezoek aan de justitieassistent wel degelijk plaatsgehad op 19 mei", zo sprak Geens N-VA-fractieleider Peter
Waar het dan wel scheef zit? Geens ziet vooral systeemfouten, waardoor de parketten en veiligheidsdiensten bijvoorbeeld niet rechtstreeks de laatste informatie kunnen inzien die andere diensten hebben over een verdachte.
Daarom wil de minister veel meer digitale integratie tussen de verschillende spelers in de strafketen. "Vandaag hebben de parketten geen toegang tot de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie. De justitiehuizen ook niet", zuchtte hij. "We moeten daar enorme sprongen in maken, want dit is niet uitlegbaar." Of nog: "het zou mogelijk moeten zijn voor de hoofdactoren in de strafketen om precies te weten wat iemands status precies is door een eenvoudige druk op de knop."
bron: Belga