Kristen Stewart jaagt op geesten in 'Personal Shopper'

De kans dat je Kristen Stewart binnenkort nog eens ziet in een Amerikaanse blockbuster à la ‘Twilight' is klein. De 26-jarige actrice is enkele jaren geleden definitief de weg van de auteurscinema ingeslagen. En met succes. Na een rol in ‘Café Society' van Woody Allen speelt ze nu in ‘Personal Shopper' van Olivier Assayas. Een donker verhaal over shoppen… en geesten.
door
Jelle
Leestijd 3 min.

Je speelt een assistente, terwijl je eerder gewoon bent er zelf een te hebben. Heeft het je kijk op die job verandert?

Kristen Stewart: «Een personal shopper hebben, is vrij zeldzaam. Mensen zoals ik hebben eerder stylisten. Da's echt een vak apart. Ik werk al sinds mijn 12de met dezelfde styliste samen, ze kent me dus door en door. Een goede styliste laat je tot je recht komen. Dat klinkt oppervlakkig en cliché, maar dat is het niet. Er is niks mis met esthetiek en schoonheid. Maar weet je, die kleren zijn niet van mij. Ik moet die nadien teruggeven.» (lacht)

Personal Shopper begint als een film over geesten, maar het is vooral een film over rouwen. Van een tweeling, dan nog wel…

«Ja, Maureen moet zich ongelofelijk onvolledig voelen, alsof er een deel van haar ontbreekt. Het is een gapend gat dat haar verhindert voluit te leven. Ze voelt zich zwak zonder Lewis, dus probeert ze op hem te lijken. Er zit iets heel androgyn in de manier waarop ze zich voorstelt en in haar verdedigingsmechanismen. Ze verstopt haar kwetsbare, vrouwelijke en sensuele kant.»

Je bent in bijna elke scène te zien, in een rol die je op het lijf geschreven is.

«Ik had schrik voor ik het scenario las, omdat ik echt wou dat het me zin gaf. Ik was bang teleurgesteld te worden. Olivier en ik waren heel close geworden na 'Clouds of Sils Maria', dus toen hij me zei dat hij zich niemand anders kon inbeelden voor die rol, dacht ik: Shit, ik hoop dat ik goed genoeg ben. Maar toen ik het las, was ik er meteen weg van. Ik vroeg me af hoe hij op zo'n verhaal gekomen is. Hij weet echt hoe hij een vrouwelijk verhaal moet vertellen. Hij heeft bepaalde aspecten van het vrouw zijn begrepen. Da's heel cool.»

Je bent moeiteloos overgestapt van Amerikaanse blockbusters naar Europese auteursfilms. Was dat je plan?

«(lacht) Nee, dat is echt niet met opzet. Toen ik ‘On the Road' draaide met Walter Salles heb ik Charles Gillibert, de producer, ontmoet. Hij is mijn favoriete producer geworden en heeft me ongelofelijke kansen gegeven. Hij heeft me trouwens ook voorgesteld aan Olivier en hij heeft me geleerd dat cinema altijd risico's moet nemen. Da's trouwens een erg Europese visie. In de VS voel je echt het gewicht van de industrie. Er is veel terughoudendheid om aan projecten te beginnen waarvan het succes niet 100% verzekerd is. Maar als ik me engageer voor een film, wil ik net die onzekerheid voelen. De hele tijd zorgeloos rondlopen, is niet mijn idee van creativiteit. Ik heb niet bewust beslist om meer films in Europa te draaien, het trekt me gewoon meer aan.»

De aanslagen van 13 november gebeurden tijdens de opnames. Heeft dat een impact gehad op de film?

«Ja, want de hele ploeg is Frans. We zaten samen op café in Praag, op de vooravond van de eerste draaidag, toen we het nieuws hoorden. Het was bizar om de film daarna op te nemen. Gelukkig hadden we al beelden geschoten in Parijs vóór de lockdown. Anders hadden we nooit in de metro of op sommige plekken kunnen filmen. En wie weet wanneer dat wel weer kan...»

Hoe ga jij om met kritiek?

(lacht) «Slecht. Ach, iedereen heeft zijn eigen mening en je kan niet voor iedereen goed doen. Maar ik voel liever liefde of haat dan onverschilligheid.»

Elli Mastorou

@cafesoluble