Op maand tijd bijna 70 moslims gedood in Myanmar in gevechten met leger
Op een maand tijd zijn in het westen van Myanmar bijna 70 moslimrebellen gedood bij gevechten met de ordediensten. Dat meldde het Myanmarese leger gisteren. Tussen 9 oktober en 14 november werden "69 Bengalen gedood en 234 opgepakt", aldus een communiqué dat het leger gisterenavond postte op zijn Facebookpagina. "Zeven soldaten, onder wie een bevelhebber, en tien agenten hebben hun leven opgeofferd", erkent het leger, in een zeer zeldzame openbaarheid over het aantal dodelijke slachtoffers in eigen rangen.
De Rohingya-minderheid wordt in Myanmar Bengalen genoemd - ze worden er beschouwd als illegale vluchtelingen uit buurland Bangladesh. In de westelijke deelstaat Rakhine wonen ruim een miljoen Rohingya. Tienduizenden van hen leven, sinds de dodelijke gevechten tussen boeddhisten en moslims in 2012, in vluchtelingenkampen.
Aanleiding voor de nieuwe gevechten waren de dodelijke aanvallen op politieposten op 9 oktober. Het Myanmarese leger, dat beschuldigd wordt van zware mensenrechtenschendingen tegen de moslimminderheid, begon daarop een klopjacht op de daders. De beschuldigingen zijn moeilijk te controleren omdat toegang tot de regio zo goed als onmogelijk is. Afgelopen weekend liep de spanning weer op, nadat meer dan dertig mensen gedood werden.
Het nieuwe geweld vormt een uitdaging voor Aung San Suu Kyi en haar regering, de eerste burgerregering in Myanmar in jaren. De Nobelprijswinnares blijft heel terughoudend over de Rohingya.
Bron: Belga