"Haast niets verloren voor Belgische wetenschappers"
Het verlies van de lander Schiaparelli wijzigt niet veel voor de Belgische wetenschappers die betrokken zijn bij de wetenschappelijke missie ExoMars. Dat zegt Véronique Dehant, diensthoofd Referentiesystemen en Planetologie van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB), vanmiddag aan Belga. De meeste van de gegevens waarop zij zullen werken, worden vergaard door de sonde die in een baan rond Mars werd uitgezet. Bovendien heeft Schiaparelli voor het neerstorten veel gegevens over de afdaling kunnen doorseinen.
Voor de tweede keer is het Europees ruimteproject er deze week niet in geslaagd een toestel zacht te laten landen op Mars. Maar de missie is daarmee ver van een mislukking, vindt astrofysicus Véronique Dehant.
De Europees-Russische sonde TGO is woensdag wel degelijk in een baan rond Mars uitgezet. De satelliet kan dus - zoals voorzien - de samenstelling van de atmosfeer van de Rode Planeet onderzoeken. De sonde maakt daarbij onder meer gebruik van een Belgisch instrument, de Nomad-spectometer, ontworpen door Instituut voor Ruimte-Aëronomie in Ukkel.
De module Schiaparelli zelf is inderdaad verloren, maar heeft tijdens de afdaling naar Mars een berg gegevens kunnen doorseinen voordat de communicatie werd verbroken. Een team dat mee door de KSB wordt geleid, gaat die data kunnen gebruiken om het profiel van de dichtheid van de planeet te reconstrueren. "Haast niets is verloren. Van de 120 kilometer die Schiaparelli scheidden van het Marsoppervlak, is enkel de laatste kilometer verloren", benadrukt Dehant.
Het meteorologisch station Dreams aan boord van Schiaparelli, dat gegevens aan onder meer de KSB-wetenschappers moest leveren, is daarentegen niet bruikbaar.
"Het is absoluut noodzakelijk dat de ruimtemissies worden voortgezet indien Europa wil doorstoten tot de grootheden", besluit de wetenschapper. Zij hoopt dat het tweede luik van ExoMars in 2020 alle verwachte budgetten zal ontvangen.
bron: Belga