"Ik ben nog steeds bang dat ze me op een dag niet meer gaan bellen"

Zestig jaar oud. Veertig jaar acteerervaring. Twee Oscars. Meer dan vijftig langspeelfilms, waarvan vijf met Ron Howard. Tom Hanks is een levende legende, maar blijft desondanks een van de sympathiekste en menselijkste Hollywoodsterren. Intelligent is hij ook: Hanks blijft zichzelf bijscholen, en is ervan overtuigd dat "onwetendheid de grootste bedreiging voor de mensheid is". Metro ging de acteur opzoeken in Firenze, de eeuwenoude stad waar hij – in het spoor van Dante – zijn derde Dan Brown-verfilming ‘Inferno' draaide.
door
Liesbeth
Leestijd 4 min.

De titel van de film verwijst naar de ‘Divina Commedia' van Dante Alighieri, waarvan het eerste hoofdstuk ‘Inferno' het bekendst is. Hoe ziet de hel er voor u uit?

Tom Hanks: "In mijn ogen is de hel iets dat wij mensen hier zelf op aarde creëren. Dat komt overeen met wat je in de film ziet: Bertrand Zobrist, de schurk van het verhaal, gelooft dat we door de groeiende overbevolking onze eigen versie van Dante's ‘Inferno' aan het scheppen zijn. Er is inderdaad veel ellende op de wereld. Maar als wij die zelf kunnen aanrichten, kunnen we ze ook zelf doen verdwijnen. De hel kan dus vermeden worden, zolang iedereen maar inziet wat het probleem is, en hard werkt om het op te lossen."

Maar dat is niet zo?

"Helaas. Weet je, de grootste bedreiging voor de mensheid is onwetendheid. En het omarmen van onwetendheid. Dat zit sinds het begin der tijden in de menselijke natuur, maar ik heb toch het gevoel dat het vandaag nog meer tot uiting komt. Kijk naar Donald Trump: als die windbuil ooit aan de macht zou komen – en dat zie ik voor alle duidelijkheid niet gebeuren –, dan is de hel op aarde meteen een fameuze stap dichterbij. Maar kijk ook naar wat er de laatste vijf jaar in het Midden-Oosten is gebeurd, en hoe daarop gereageerd is: vaak kwamen er heel simplistische antwoorden op extreem complexe problemen. Verlichting, waarheid, kennis, begrip van de wereld... Ons intellect kan ons redden."

De film hangt een weinig rooskleurig beeld van de toekomst op.

"Ik benijd jonge mensen van vandaag niet hoor. Ze staan voor uitdagingen die mijn generatie niet eens kan vatten. Laat me een voorbeeld geven – een slecht voorbeeld misschien, maar toch. (lacht) Ik ben op mijn twintigste verhuisd naar New York, met vrouw en kind. Als we zuinig leefden, konden we net de huur van ons appartement op 45th Street in Hell's Kitchen betalen. Dat was toen 286 dollar per maand. Nu ben ik datzelfde appartement onlangs nog eens tegengekomen: het wordt vandaag verhuurd voor 2.100 dollar per maand! Welke twintiger kan zich dat veroorloven? Jonge mensen leven vandaag in een compleet andere wereld dan wij vroeger, ze krijgen het harder te verduren."

‘Inferno' is na ‘The Da Vinci Code' en ‘Angels & Demons' al de derde Dan Brown-verfilming waarin u Professor Robert Langdon speelt. Wat is daar zo leuk aan?

"Kijk, als je mijn kop en mijn stem hebt, zal je nooit gecast worden als de stoerste kerel van de bende. Daarom zijn die Dan Brown-verfilmingen voor mij een buitenkansje, want hier kan ik de slimste kerel van de bende spelen. Dat kan ik wél faken! (lacht) Voor mij zijn deze films echt puur spelplezier. En dat meen ik, want ik heb voor alle duidelijkheid geen enkele contractuele verplichting om ermee verder te gaan. Ron (Howard, de regisseur, red.) ook niet. We blijven deze films gewoon maken omdat het zo leuk is. Wie weet komen er dus nog, of misschien ook niet."

Na Parijs en Rome draaiden jullie deze keer voornamelijk in Firenze. Hoe is het om telkens in die historische steden te werken? Qua logistiek moet dat toch een nachtmerrie zijn?

"De locaties zijn natuurlijk prachtig, maar er filmen is inderdaad niet altijd gemakkelijk. Vooral de tijdsdruk is soms enorm. Omdat we op toeristische trekpleisters draaiden, moesten we vaak op 3,5 uur filmen wat we normaal op een hele dag zouden doen. Dan kan je als acteur maar beter zorgen dat je scherp staat en niet te veel takes nodig hebt."

Regisseur Ron Howard was de man die destijds uw filmcarrière lanceerde door u de hoofdrol te geven in ‘Splash'. ‘Inferno' is intussen jullie vijfde samenwerking. Hoe is jullie band?

"Uitstekend. Ron en ik kennen mekaar door en door, we zitten op dezelfde golflengte. En wat hem speciaal maakt, is dat hij echt luistert naar zijn acteurs! Dat doen regisseurs normaal niet. (lacht) Toen we ‘Apollo 13' maakten, vond ik dat de dialogen tussen de astronauten nogal generisch en ongeloofwaardig klonken. Toen ik dat tegen Ron zei, was zijn reactie: "Ga dan maar uitzoeken hoe ze het echt zeiden". Toen zijn we gaan luisteren naar transcripties van echte gesprekken tussen Houston en de bemanning, en op basis daarvan mochten de acteurs zelf hun dialogen herschrijven. Ron geeft je dus veel vertrouwen, en ik probeer telkens weer om dat niet beschamen." (lacht)

U bent een van de langst meedraaiende filmsterren van Hollywood. Wat is uw geheim?

"Kijk, mijn tactiek is heel simpel: ik blijf gewoon mijn passie volgen. Maar ik ben wel heel verbaasd dat ze me nog altijd nieuwe rollen geven. Ik ben nog altijd bang dat de telefoontjes plots gaan stilvallen en dat het gedaan is. Ach, dan ga ik wel sneeuwbollen maken als hobby." (lacht)

Lieven Trio