Een op de drie in gezinsopvang haalt verplichte bezettingsgraad niet

door
Belga
Leestijd 2 min.

In de sector van de gezinsopvang, de vroegere onthaalouders, komen veel initiatieven die werken met inkomenstarief niet aan de minimale bezettingsgraad die de overheid vraagt. Zo kwam in 2015 één op de drie niet aan de gevraagde 75 procent. Aan wie de norm niet haalt, is gevraagd een actieplan op te stellen. Blijft men onder de norm, dan volgen er sancties. Zo blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) op een vraag van Vlaams parlementslid Freya Saeys (Open Vld). Het nieuwe decreet kinderopvang trok voor organisatoren van kinderopvang die een inkomensgerelateerde ouderbijdrage aanrekenen de verplichte bezettingsgraad gefaseerd op. Voor 2015 moest een bezettingsgraad van 75 procent worden gehaald, voor 2016 wordt dat 80 procent.

Maar uit de cijfers blijkt dat veel organisatoren in de gezinsopvang, de nieuwe naam voor de onthaalouders, die norm niet halen. "Bij gezinsopvang haalt 65,7 procent van de subsidiegroepen (157 van de 239) de minimumbezetting van 75 procent in 2015", aldus Vandeurzen. Dat betekent dus dat in 2015 één op de drie niet aan de gevraagde minimale bezettingsgraad kwam.

Aan de organisatoren die de norm niet haalden, is gevraagd een actieplan op te stellen. Dat plan moet hen helpen om dit jaar wél de verhoogde norm van 80 procent te halen. "Als men voor 2016 de norm nog niet haalt (dat zal pas zichtbaar kunnen zijn vanaf april 2017), dan start het handhavingsproces", aldus Vandeurzen.

Lukt het een organisator niet om de minimumnorm te halen, dan kan bijvoorbeeld de subsidieerbare capaciteit verminderd worden tot op het niveau waarmee de organisator wel de vereiste bezettingsgraad haalt.

Open Vld-politica Freya Saeys is alvast niet verrast door het cijfer: "We wisten al langer dat diensten voor gezinsopvang het moeilijk hebben om voldoende onthaalouders te vinden. Deze cijfers tonen aan dat er dringend nood is aan een toekomstvisie voor de gezinsopvang. Minister Vandeurzen is daar volop mee bezig en ik kijk er met interesse naar uit".

bron: Belga