Bosnische Serviërs behouden "nationale feestdag" tijdens controversieel referendum

door
Belga
Leestijd 2 min.

De Serviërs in Bosnië en Herzegovina hebben zondag, zoals verwacht, gestemd voor het behoud van hun eigen "nationale feestdag" op 9 januari, wat erg gevoelig ligt bij de Bosnische moslims. Dat heeft de leider van de "Republika Srpska", Milorad Dodik, gemeld. De uitkomst van het referendum is een overwinning voor Dodik, die de 1,2 miljoen Serviërs had gevraagd om hun stem uit te brengen, ondanks het hevige protesten van de Bosniakken en de internationale gemeenschap. Uiteindelijk stemde 99,8 procent van de kiezers voor het behoud van de feestdag.

Bosnië is sinds het Verdrag van Dayton, dat een einde maakte aan de burgeroorlog, administratief verdeeld in twee entiteiten: de Federatie van Bosnië en Herzegovina, die vooral wordt bewoond door Bosniakken en Bosnische Kroaten, en de Servische Republiek. De twee entiteiten zijn verenigd door gemeenschappelijk instellingen, maar hun autoriteit wordt steeds meer in twijfel getrokken.

Op 9 januari 1992 werd de Republiek van het Servische volk opgericht. Die afsplitsing van Bosnië leidde mee tot het begin van de Bosnische burgeroorlog, waarbij 100.000 doden vielen. De leider van de moslims in Bosnië Bakir Izetbegovic had die datum succesvol aangevochten voor het federale Grondwettelijk Hof in Bosnië en Herzegovina. Het hof verklaarde die feestdag als ongrondwettelijk en discriminerend voor de burgers die geen Serviërs zijn, dus moslims en katholieke Kroaten, onder meer omdat die dag ook samenvalt met een Servische orthodox-christelijke feestdag. Het hof verbood ook het referendum.

"Het kan niet dat hier geen reactie op komt", aldus Izetbegovic zondagavond. "Dit is een duidelijk voorbeeld van de schending van het Verdrag van Dayton, van de belemmering van beslissingen van het Grondwettelijk Hof en van de schending van de wet."

De internationale gemeenschap heeft haar bezorgdheid uitgedrukt dat Dodik het referendum zou organiseren als voorbereiding van een afsplitsing van de Republika Srpska van Bosië en Herzegovina. Rusland daarentegen steunt de volksvergadering, aangezien "het volk van Srpska het recht heeft om zich uit te spreken over belangrijke thema's".

Bron: Belga