Geen "materiële bewijzen" voor gebruik chemische wapens in VN-rapport

door
Belga
Leestijd 2 min.

Het rapport van onderzoekers van de Verenigde Naties waarin staat dat Damascus chloorgas zou hebben gebruikt in het noorden van Syrië "bevat helemaal geen materiële bewijzen". Dat heeft de Syrische ambassadeur bij de VN Bashar Jaafari gemeld. Volgens de onderzoekers hadden Syrische militaire helikopters chloorgas verspreid op minstens twee plaatsen in de provincie Idlib, in het noordwesten van Syrië, in Talmenes op 21 april 2014 en in Sarmin op 16 maart 2015. Terreurgroep Islamitische Staat zou dan weer mosterdgas gebruikt hebben in Marea (Aleppo) op 21 augustus 2015.

De conclusies van het rapport "zijn volledig gebaseerd op verklaringen van getuigen uit terroristische gewapende groepen", aldus Jaafari aan de pers na een vergadering van de VN-Veiligheidsraad over het rapport. "Daardoor ontbreekt het in de conclusies volledig aan materiële bewijzen dat er chloorgas gebruikt werd, zoals stalen of medische rapporten."

De Syrische overheid vindt dan ook dat het onderzoek over de verschillende gevallen van het vermoedelijke gebruik van chemische wapens die zijn opgenomen in het rapport voortgezet moet worden. "We moeten de waarheid te weten komen zonder dat deze incidenten gemanipuleerd worden voor politieke doeleinden", aldus de VN-ambassadeur nog.

En ook Rusland, een bondgenoot van Syrië, is nog niet bereid om de resultaten van het rapport te accepteren. "De onderzoekers hebben het moordwapen gevonden, maar er staan geen vingerafdrukken op dat wapen", zei de Russische VN-ambassadeur Vitali Tsjoerkin. "Er zijn nog onopgeloste vragen."

Frankrijk en Groot-Brittannië vroegen dinsdag dan weer om sancties tegen het Syrische regime, dat ze beschuldigen van "oorlogsmisdaden". De Franse VN-ambassadeur François Delattre vroeg bovendien om het mandaat van de onderzoekscommissie Joint Investigative Mechanism (JIM), dat afloopt in september, met minstens een jaar te verlengen om de aanvallen met chloorgas van 2014 en 2015 te onderzoeken. De JIM, die bestaat uit 24 onderzoekers die door de VN werden aangesteld, werd in augustus 2015 opgericht na chlooraanvallen in drie dorpen in Syrië, waarbij 13 doden vielen. De Amerikaanse VN-ambassadeur Samantha Power stelde dan weer dat Damascus "de prijs zal moeten betalen" voor de aanvallen.

Bron: Belga