Voor het eerst proces voor vernielen erfgoed

Bij het Strafhof (ICC) is het proces begonnen tegen een Malinese jihadist voor de vernieling van erfgoed in Timboektoe. Het is de eerste keer dat iemand voor het ICC komt voor het verwoesten van cultureel erfgoed.
door
Jelle
Leestijd 2 min.

Zoals verwacht pleitte Ahmad al Faqi al Mahdi (foto) bij de start van het proces schuldig - een primeur voor het Internationaal Strafhof. Voor het eerst staat in Den Haag ook een jihadist terecht, eveneens een primeur. Het is ook de eerste zaak over het conflict in Mali.

«Edelachtbare, met spijt moet ik u zeggen dat alles wat ik tot nu gehoord heb waarachtig is en de gebeurtenissen weergeeft», zei de beklaagde nadat de aanklacht was voorgelezen. «Ik pleit schuldig.» Hij vroeg de inwoners van Timboektoe hem te bekijken als «een zoon die de weg kwijtraakte».

Mausoleum

Leden van het islamistische Ansar Dine vernielden vier jaar geleden, gewapend met schoppen en houwelen, de eeuwenoude mausolea in Timboektoe. «Hier staat meer op het spel dan enkel muren en stenen», zei aanklaagster Fatou Bensouda voor het Strafhof. «Dit is een harteloze aanval op de waardigheid en de identiteit van een volledige bevolking, en hun religieuze en historische wortels.» Met de vernieling van het Syrische Palmyra door IS in het achterhoofd, hopen de aanklagers met dit proces een voorbeeld te stellen.

De rechtbank in Den Haag zal moeten nagaan of Al Mahdi, als leider van Ansar Dine, verantwoordelijk is voor de vernieling van negen van die mausolea en de Sidi Yahiamoskee in 2012. Al Mahdi's Ansar Dine was een van de twee groeperingen die Timboektoe, in het noorden van Mali, veroverden en de sharia aan de bevolking probeerden op te leggen.

Snel proces

Vorig jaar werd Al Mahdi in Niger opgepakt en overgebracht naar Den Haag. Toen al kondigde hij aan schuldig te zullen pleiten. Dat betekent dat het proces al op een week tijd afgelopen kan zijn. Ook dat wordt dan een primeur voor het Strafhof, dat al vaak kritiek kreeg voor de logge en jarenlange procedures. De Malinees kwam met de aanklagers een straf van 9 tot 11 jaar cel overeen, maar de rechters zijn niet gebonden aan deze afspraak.