Maandvoorraad voedsel weg na plunderingen in Zuid-Soedan

door
Belga
Leestijd 1 min.

Op een week tijd is zowat 4.500 ton aan voedsel gestolen bij plunderingen in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba. De hoeveelheid volstond om 220.000 mensen in voedselnood een maand lang van eten te voorzien. Zelfs van de hangar van het Wereldvoedselprogramma (WFP) blijft nauwelijks nog iets over. Het geweld in de jongste staat ter wereld laaide de jongste weken weer op. Tussen 8 en 11 juli vielen in Juba alleen minstens driehonderd doden, bij botsingen tussen regimetroepen en voormalige rebellen.

Strijders gingen met heel wat voedsel aan de haal uit de hangar van het VN-agentschap. Enkele dagen later, toen het eerste stof wat was gaan liggen, waren het burgers die het plunderwerk hebben voortgezet.

Het WFP - de belangrijkste hongerbestrijder ter wereld - reageert verontwaardigd op de plunderingen. Het voedsel was bedoeld voor de armsten en meest kwetsbaren van het land, waar eten met de dag schaarser wordt. Zowat vijf miljoen Zuid-Soedanezen, op een totaal van elf miljoen, zijn momenteel afhankelijk van voedselhulp.

Van de opslagplaats blijft inmiddels nog weinig over. Zaterdag richtte een agressieve soldaat zijn wapen op al wie het WFP-domein op wilde of probeerde foto's te maken. Een journalist van het Franse persagentschap AFP zag echter nog mannen bezig met het ontmantelen van vrachtwagens, het losrukken van kabels en het meenemen van de laatste stukken zeil op het geraamte van de hangar.

Bron: Belga