Peru gaat op zoek naar 15.000 vermisten van burgeroorlog

door
Belga
Leestijd 2 min.

De Peruaanse regering heeft donderdag een plan goedgekeurd om de meer dan 15.000 mensen die verdwenen tijdens de burgeroorlog op te sporen. Dat heeft de voorzitter van de commissie Justitie in het parlement aangekondigd. Tussen 1980 en 2000 voerde de regering een oorlog tegen de guerillabewegingen Lichtend Pad en de Revolutionaire Beweging Túpac Amaru. "Deze schuld van de staat moet worden gecorrigeerd. Er is nood aan een wet om deze zaken, die de verantwoordelijkheid zijn van de staat, te vermenselijken", aldus commissievoorzitter Juan Carlos Eguren.

In de wet staat dat de lichamen van de vermiste personen, vooral slachtoffers van het Lichtend Pad dat terreur zaaide in het land, gelocaliseerd moeten kunnen worden door hun families. Daarvoor zal een nationaal register van de vermisten worden opgezet en een lijst van locaties waar mogelijk massagraven zijn, en binnen de drie maanden zal een nationaal onderzoeksplan worden opgesteld.

Tot op heden moesten families die een vermiste persoon wilden opsporen, eerst een klacht indienen. Velen deden dat uit angst niet.

Volgens de autoriteiten telt Peru 15.741 vermiste personen, die begraven zijn in meer dan 4.000 massagraven. De meeste graven bevinden zich in de regio van Ayacucho, in het zuidoosten van het land, waar op sommige plaatsen elke drie kilometer een massagraf werd aangetroffen.

In totaal 69.000 mensen stierven of raakten vermist in het Zuid-Amerikaanse land door het conflict tussen de guerillabewegingen en het regeringsleger.

De meeste slachtoffers vielen door toedoen van de maoïsten van Lichtend Pad, maar ook het leger werd beschuldigd van schendingen van de mensenrechten. Ex-president Alberto Fujilmori (1990-2000), de vader van de koploper bij de huidige presidentsverkiezingen die plaatsvinden op 5 juni, werd in 2009 veroordeeld tot 25 jaar cel omdat hij twee moordpartijen had bevolen in 1991 en 1992 in het kader van de strijd tegen Lichtend Pad.

Bron: Belga