Brussels gewest zet mobiele slachthuizen in als alternatief voor tijdelijke slachtvloeren

De Brusselse regering zal bij het volgende Offerfeest (13 september) vier mobiele slachthuizen inzetten. Die mobiele slachthuizen voldoen, in tegenstelling tot de tijdelijke slachtvloeren, wél aan de Europese regelgeving. Dat zeggen Brussels minister-president Rudi Vervoort en staatssecretaris bevoegd voor Dierenwelzijn Bianca Debaets. Voor dierenrechtenorganisatie Gaia gaan de Brusselse plannen niet ver genoeg. Volgens de Europese regels is onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren onwettig. In ons land was Brussel nog het enige gewest zonder expliciet verbod. De Brusselse regering komt nu met een alternatief dat is uitgewerkt in samenwerking met de moslimgemeenschap: vier mobiele slachtvloeren die bij het Offerfeest in september zullen ingezet worden in Schaarbeek, Anderlecht, Molenbeek en de stad Brussel. Elk slachthuis heeft een capaciteit van 800 schapen per dag.

Volgens staatssecretaris Debaets zijn de mobiele slachtvloeren "conform de Europese wetgeving" en zijn ze bijvoorbeeld op het vlak van hygiëne vergelijkbaar met erkende slachtvloeren.

Toch gaat het Brusselse voorstel voor dierenrechtenorganisatie Gaia niet ver genoeg. Zo blijft het gaan om onverdoofde slachtingen met bijhorend dierenleed. Ook CD&V-politica Debaets is naar eigen zeggen voorstander van verdoofd slachten en wil graag "in dialoog met de gemeenschappen komen tot een definitieve oplossing", zo zei ze daarover in De Ochtend op Radio 1. "Maar vergeet niet dat we van ver komen. We komen van een situatie waarbij dieren werden geslacht op een achterkoer of in een badkuip", aldus Debaets.

Debaets ziet de mobiele slachtvloeren daarom enkel als een "tussenstap". "Persoonlijk denk ik dat de alternatieven voor het slachten van een dier op het Offerfeest meer in de verf gezet mogen worden. Deze alternatieven zijn erkend door de moslimgemeenschap en hebben dezelfde waarde als het offeren van een dier", zegt ze. Vooral giften kunnen een alternatief vormen voor de slachting.

bron: Belga