Europa past privacyregels aan het digitale tijdperk aan

door
Belga
Leestijd 2 min.

Na jarenlange onderhandelingen heeft het Europees Parlement vanmiddag in Straatsburg het licht op groen gezet voor een nieuw kader voor de bescherming van persoonlijke gegevens. De nieuwe verordening moet de ruim twintig jaar oude Europese regels over privacybescherming aanpassen aan het tijdperk van smartphones en sociale media en ervoor zorgen dat ze over het hele continent op eenvormige wijze afgedwongen kunnen worden. Dat moet de rechtszekerheid verbeteren en het vertrouwen in de digitale economie een boost geven, zowel bij bedrijven als burgers.

Centraal staat het principe dat internetgebruikers meer controle verwerven over hun persoonlijke gegevens. Ze moeten op basis van duidelijke informatie toestemming verlenen voor de verwerking ervan en ze genieten een zogenaamd "recht om vergeten te worden". Dat verplicht internetbedrijven om gegevens te wissen wanneer de persoon in kwestie dat wil en er geen legitieme redenen bestaan om die informatie nog langer op te slaan. Kinderen die een account willen openen op Facebook, Instagram of andere sociale media, zullen de toestemming van hun ouders moeten krijgen.

Burgers kunnen zich met klachten wenden tot hun nationale privacywaakhond, ook als de klacht bijvoorbeeld betrekking heeft op een online gigant als Facebook, dat zijn Europese hoofdzetel in Ierland heeft. De nationale privacycommissies gaan daarvoor nauwer samenwerken en ze krijgen ook versterkte bevoegdheden. Bedrijven die de regels met voeten treden, kunnen boetes tot vier procent van hun omzet oplopen.

Tegelijkertijd schaarden de Europarlementsleden zich ook achter een richtlijn die het gebruik van persoonsgegevens voor rechtshandhaving regelt. De richtlijn moet individuele rechten beschermen en bepaalt wat kan en niet kan wanneer persoonlijke gegevens door politie of justitie worden verwerkt en over de grenzen heen uitgewisseld om misdaden te voorkomen, op te sporen, te onderzoeken en te vervolgen.

bron: Belga