Aantal zelfmoordaanslagen door kinderen fors gestegen
Bij zelfmoordaanslagen in de door terreurgroep Boko Haram geteisterde landen Nigeria, Tsjaad, Kameroen en Niger, worden alsmaar meer kinderen ingezet. Dat aantal steeg van 4 kinderen in 2014 tot 44 in 2015, zo blijkt uit een rapport dat Unicef vanmorgen publiceerde. De organisatie roept dan ook op om extra te investeren in de respons op de crisis. Het rapport "Beyond Chibok" evalueert de impact van het geweld in de vier landen op kinderen. De meest opvallende trend is het toenemend aantal van hen dat er wordt ingezet voor zelfmoordaanslagen. "De voorbije twee jaar werden bijna 1 op de 5 zelfmoordaanslagen uitgevoerd door kinderen", zegt Unicef. "Meer dan 75 procent van de betrokken kinderen zijn meisjes."
Unicef benadrukt wel dat die kinderen slachtoffers en geen daders zijn. "Kinderen misleiden en hen dwingen dodelijke aanslagen te plegen, is een van de meest gruwelijke aspecten van het geweld in Nigeria en de omringende landen", zegt Manuel Fontaine, regionaal directeur van Unicef in West- en Centraal Afrika.
De strategie van Boko Haram om kinderen in te zetten bij aanslagen, heeft volgens Unicef een klimaat van angst en wantrouwen gecreëerd. Kinderen die ontsnappen of bevrijd worden uit de handen van gewapende troepen, worden nu vaak zelfs door de eigen gemeenschap aanzien als een bedreiging. "Dit wantrouwen van kinderen kan desastreuze gevolgen hebben", zegt Fontaine. "Hoe kan een gemeenschap de draad weer opnemen als ze haar eigen zussen, dochters en moeders verwerpt? "
Uit het Unicef-rapport blijkt voorts onder meer dat bijna 1,3 miljoen kinderen in de vier landen ontheemd zijn en dat ongeveer 1.800 scholen er gesloten zijn. Een groot deel werd verwoest of geplunderd. Unicef vraagt daarom meer financiële steun. "Dit jaar is slechts 11 procent opgehaald van de 97 miljoen dollar die nodig is om Unicefs humanitaire acties er voort te zetten", besluit de organisatie.
bron: Belga