"15,5 procent van Belgische bevolking leeft onder armoedegrens"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Een alleenstaande die minder dan 1.085 euro per maand aan inkomen heeft, valt onder de armoedegrens in ons land. Voor een gezin met twee tienerkinderen bedraagt de armoedegrens 2.279 euro per maand. Volgens deze norm leeft 15,5 procent van de Belgische bevolking onder de armoedegrens. Het gaat om 1.728.000 Belgen. Dat blijkt uit het Jaarboek "Armoede in België 2016" van de onderzoeksgroep POS+ van de Universiteit van Gent en CeRIS van de Universiteit Bergen, opgesteld op vraag van Staatssecretaris voor Armoedebestrijding Elke Sleurs (N-VA) en de POD Maatschappelijke Integratie. Uit de rapportcijfers blijkt welke sociale groepen het grootste risico lopen om in armoede terecht te komen: jongeren, senioren, alleenstaanden, eenoudergezinnen, laaggeschoolden, werklozen en inwijkelingen van buiten de EU.

Zo hebben jongeren met 18,8 pct de grootste kans om onder de armoedegrens te leven, bij 65-plussers is dat 16 pct. Bij hoogopgeleiden treffen we maar 6,7 pct mensen in armoede aan tegenover 25,8 pct bij de laagopgeleiden. 43 pct van de werklozen lopen een armoederisico en 36,4 pct van de eenoudergezinnen leeft onder deze armoedegrens. Alleenstaanden lopen met 22,4 pct een beduidend hoger risico op een leven in armoede. Ook de nationaliteit vormt een risicofactor: 44,7 pct van de niet-EU-burgers leeft onder de armoedegrens.

Het Jaarboek 2016 gaat in op de relatie tussen opgroeien in armoede en de fysieke en taalontwikkeling van jonge kinderen, op de kwetsbaarheid en bestaansonzekerheid van vrouwen in Brussel en op de geestelijke gezondheid van kwetsbare personen. Het Jaarboek analyseert het armoedebeleid van de diverse regeringen en bespreekt innovaties zoals het Housing First-experiment in de strijd tegen dakloosheid, de hervorming van de kinderbijslag en de rol van het onderwijs.

bron: Belga