Olivia Borlée's missie: "In Rio wil ik bewijzen dat ik nog meer in mijn mars heb"

Terwijl haar broers Kevin, Jonathan en Dylan de Belgische eer verdedigen op het WK indoor in Portland, stoomt Olivia Borlée zich in eigen land verder klaar voor de Olympische Spelen. Acht jaar na haar zilveren exploot met de 4x100m-ploeg moet ze zich wel eerst nog zien te plaatsen...
door
Heleen
Leestijd 5 min.

Kwalificatie voor Rio zou de 29-jarige Brusselse atlete dolgelukkig maken, maar door aanslepend blessureleed is het lang niet zeker dat ze deze zomer ook daadwerkelijk in Brazilië te bewonderen zal zijn. Als supporter voor haar broers sowieso, al is dat voor een voormalige medaillewinnares eerder pijnlijk dan leuk. Het moet dus lukken en zelf heeft Olivia er alvast vertrouwen in.

Hoe gaat het ondertussen met je achillespezen? Die zijn blijkbaar écht je zwakke plek...

Olivia Borlée: “Sinds 2007 heb ik te kampen met hetzelfde probleem. Al van voor de Olympische Spelen, maar toen was het veel minder erg en had ik niet continu pijn. In het begin lukt het nog om je over die pijn te zetten. Maar als dat twee, drie jaar blijft duren, wordt het heel zwaar. Vooral mentaal. Ik heb doorgebeten tot 2013, maar toen werd ik echt gek. Ik heb toen beslist om me te laten opereren, want ik had al tientallen behandelingen geprobeerd maar niets hielp. Sindsdien gaat het almaar beter en maak ik jaar na jaar vooruitgang. Ik hoop dat ik dat herstel dit jaar kan bevestigen met een olympische kwalificatie. Ik zit er heel dichtbij. Ik moet 23:20 lopen, en vorig jaar was mijn beste tijd 23:35. Mijn record is 22:98, maar sinds mijn operatie ben ik niet meer onder die 23:20 geraakt.”

Volgens je vader zou 90% van de atleten in jouw geval allang gestopt zijn. Heeft het feit dat je uit een atletenfamilie komt je gepusht om door te zetten?

“Ik ben dol op wat ik doe en ik deel die passie met mijn familie. Die steunt me door dik en dun, en dat heeft me geholpen om vol te houden. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat ik nog beter kan. Tot in Rio wil ik bewijzen dat ik nog meer in mijn mars heb dan wat ik tot nu toe getoond heb.”

Een gouden medaille dus?

“(lacht) Dat was anders omdat ik die medaille gehaald heb met een estafetteteam. Maar ik hoop wel een straffe prestatie neer te zetten ja.”

Rio wordt dus je laatste grote tornooi?

“Ik probeer daar niet te veel aan te denken. Er zijn momenteel te veel vragen die ik niet kan beantwoorden. Ik ga zeker door tot Rio, en daarna heb ik tijd om de balans op te maken. Ik heb geen zin om te stoppen, maar er zijn nog andere dingen in het leven. We zien wel.”

Ga je voor de Spelen nog mee met je broers naar de States?

“Ja, maar ik ben niet mee gereisd naar Portland (waar dit weekend het WK indoor plaatsvindt, red.), want ik loop niet indoor. Begin april trek ik wel naar Orlando, in Florida. De infrastructuur en het klimaat zijn er beter en het tijdsverschil is een goeie oefening voor Rio. In de VS hangt er ook een sfeer rond sport die niet vergelijkbaar is met die in België.”

Dat geldt in minder fraai opzicht ook voor andere landen, zo bracht een rapport van het Wereldantidopingagentschap onlangs aan het licht. Wat vond je van de onthulling dat er nog altijd op grote schaal doping wordt gebruikt in atletiekkringen?

“Ik stond versteld. Sommige dingen wisten we wel, maar niet dat het op zo'n grote schaal gebeurde. Ik was geschokt, omdat het me rechtstreeks raakt. We behaalden een zilveren medaille op de Spelen, net na de Russen. Dat wil zeggen dat we eigenlijk recht hebben op goud. Weerzinwekkend… En wij hebben dan nog geluk gehad, omdat we een medaille wonnen. We hebben gevierd en een ererondje mogen lopen. We waren in de wolken en konden het nauwelijks geloven. Maar voor iemand die vierde of vijfde is gefinisht, moet dit nu veel harder aankomen. Da's een beetje mijn troost. Ik hoop gewoon dat de jacht op doping verdergaat.”

Wat is dan de oplossing, meer controles?

“Ik denk dat de sancties veel zwaarder moeten worden, zodat niemand het nog in z'n hoofd haalt.”

Denk je dan net als je vader aan een gevangenisstraf, zoals in Duitsland?

“Misschien wel ja. In elk geval langere en strengere straffen. Als je nu meewerkt, krijg je maar één jaar. Sommige sancties werden ingekort van 24 naar 12 maanden. Dat betekent dat dopingzondaars al terug kunnen meedoen aan het WK.”

Zoals Justin Gatlin…

“Ja, die testte al twee keer positief en mag nog altijd lopen. Wat zo degoutant en teleurstellend is in de atletiekwereld is dat cleane atleten niet beschermd worden.”

West-Europa lijkt voorlopig wel gespaard te blijven van grote dopingschandalen.

“Ik denk dat er overal doping gebruikt wordt. Al ken ik geen enkel gelijkaardig geval in België. Maar ik denk niet dat hier een dopingmaffia bestaat zoals in Rusland of Kenia. In de VS is de situatie ook wat gekalmeerd, als je die vergelijkt met de praktijken uit de jaren 80 en 90. Ik hoop dat de nieuwe voorzitter van de Internationale Atletiekfederatie (Sebastian Coe, red.) orde op zaken stelt.”

Heb je vertrouwen in hem?

“Ik was heel tevreden toen hij verkozen werd. Maar na die recente onthullingen… Hij zegt dat hij niet op de hoogte was, maar de omvang was zo groot dat ik dat moeilijk kan geloven. De bal ligt nu in zijn kamp. We zullen zien welke sancties hij oplegt. Hij heeft beloofd om grote schoonmaak te houden. Ik kijk uit naar het resultaat.”

Iets helemaal anders. Wat opvalt bij jou en je broers is hoezeer jullie lichaamsbouw verschilt van die van andere sprinters. Jullie zijn een stuk frêler, toch?

“Ik ben misschien tenger, maar ik loop wel hard! (lacht). Maar inderdaad, net als mijn broers heb ik een speciale morfologie. Ik kom gewoon niet snel bij, hoewel ik hard werk in de gym om extra spiermassa te kweken. Mijn gewicht blijft heel stabiel. Ik moet soms vechten om genoeg eiwitten binnen te krijgen en spieren aan te maken.”

Hoe ziet je krachtschema eruit?

“Ik doe vooral squats, bench press, de grote compoundbewegingen… Alles hangt af van de periode in mijn voorbereiding. We variëren de oefeningen per cyclus. We wisselen af tussen kracht, explosiviteit enz. Meestal beginnen we met langere sets en minder gewicht. Kwestie van de spieren te laten wennen aan zwaardere gewichten.”

Werk je samen met een voedingsdeskundige?

“Niet echt. Het is eerder onze fysioloog die tips geeft: we moeten veel eiwitten eten, in bepaalde verhoudingen. Ik heb serieuze gezondheidsproblemen gehad en heb dus research gedaan naar de juiste voeding. Eten verteren vergt immers veel energie. En een slechte voeding kan je lichaam doen verzuren. Daarom heb ik verschillende gepersonaliseerde diëten getest en mijn voedingsgewoonten geregeld veranderd.”

Geef eens een voorbeeld?

“Ik eet veel groenten, alleen bio. En ik stoom alles om de voedingswaarden te behouden. Ik probeer ook mijn eiwitbronnen te variëren door niet alleen dierlijke proteïnen te eten, maar ook veel linzen, kikkererwten en peulvruchten. Ik gebruik trouwens bijna geen zuivelproducten meer.”

Kook je graag zelf?

“Ik heb niet altijd de tijd, maar ik probeer wel zoveel mogelijk zelf te koken. Voeding speelt een belangrijke rol in het leven van een atleet.”

Maarten Joossens